Werkvormen voor grote groepen
Meestal bestaat een congres of evenement voor een grote groep deelnemers uit een of misschien twee keynote-sprekers en enkele subsessies waar je uit kunt kiezen. De subsessies zijn soms weer presentaties, maar gelukkig ook vaak een workshop of andere interactieve sessie. Er zijn echter veel meer manieren om jouw deelnemers te informeren, iets te leren of te inspireren. Hieronder een aantal van onze favoriete vormen.
- Een panelgesprek met experts is een goede manier om meerdere sprekers aan het woord te laten. Zij kunnen samen verschillende gezichtspunten belichten. In tegenstelling tot de collegereeks, waarbij sprekers niet de kans krijgen om op elkaar te reageren, is interactie tussen de sprekers bij deze werkvorm een grote meerwaarde. Aan de dagvoorzitter de taak om de panelleden met elkaar in gesprek te laten gaan in plaats van ze om de beurt hun zegje te laten doen.
- Tijdens een evenement wil je dat alles wat mensen in de zaal belangrijk vinden aan bod komt. Dan moet je natuurlijk wel achterhalen wat het publiek wilt weten. De beste manier om daar achter te komen is ze gewoon de mogelijkheid geven om hun eigen vragen te stellen. Je kunt het publiek hun vragen live laten stellen, maar veel mensen ervaren toch een drempel om dit te doen. Een handige manier is daarom gebruik te maken van een app waarbij mensen vragen kunnen stellen via hun smartphone, zoals BuzzMaster of PresentersWall. Deze vragen komen dan bij de interviewer terecht die ze op een geschikt moment in het verhaal kan stellen.
- Het debat is een goede manier om in korte tijd veel verschillende standpunten te horen. Het publiek kan zich daarna zelf een mening vormen. Het Lagerhuisdebat is misschien wel de allerbekendste debatvorm. Zet twee rijen van stoelen tegenover elkaar. De ene kant is vóór de stelling; de andere kant tegen. Wie het woord wil, staat op. Maar spreken mag pas als de debatleider het woord geeft.
- Pick-a-brain. Dit is een bijzondere expertsessie, waarbij de experts uit de groep komen. De workshopleider vraagt de deelnemers om een plek in de ruimte in te nemen, wie aan de ene kant van de ruimte staat weet weinig van het onderwerp, wie aan de andere kant van de ruimte staat veel. De twee of drie deelnemers die aangeven dat zij het meeste van het onderwerp weten worden uitgenodigd om ieder op een stoel plaats te nemen, zij zijn de experts van de pick-a-brain-sessie. De andere deelnemers bedenken in kleine groepjes vragen voor de experts, dan volgt een soort persconferentie waarbij de experts-uit-de-groep de vragen beantwoorden.
- Bij dialoogtafels wordt het publiek verdeeld over meerdere tafels, zodat ze in kleine groepen met elkaar over een onderwerp kunnen praten. Er is niet één expert of spreker die de leiding heeft, maar er is een gesprek tussen verschillende mensen. Wel heeft elke tafel een gespreksleider, die het gesprek in goede banen leidt en ervoor zorgt dat iedereen aan het woord komt. Zo krijg je deelnemers bij elkaar aan tafel die elkaar nog niet zo goed kennen.
- Pecha Kucha: 20 slides, 20 seconde per slide = 6 minuten en 40 seconden. Het blijkt in de praktijk een uitdaging te zijn: je verhaal moet niet te snel en niet te langzaam gaan. Bovendien is het niet de bedoeling om slides met veel tekst te gebruiken, liever beeld. Het vraagt een goede voorbereiding: zoeken naar de juiste beelden, timen van je verhaal, kortom een ervaren spreker. Met resultaat: een fris en kort verhaal!
- De TED conference geeft sprekers 18 minuten de tijd om een verhaal te houden, liefst zonder slides te gebruiken. Deze opzet vraagt om een spreker met ervaring en vooral lef om absoluut niet te ‘leunen’ op zijn slides. Bovendien moet er duidelijk gekozen worden voor 1-2 thema’s, anders is 18 minuten te kort.
- Tv-formats nabootsen, zoals College Tour, DWDD met verschillende tafelgasten of Zomergasten. Je kunt de spreker vragen een video of foto te laten zien en daar over verder praten, zoals ze dat ook in sommige tv-programma’s doen.

Creativiteit wordt vaak geassocieerd met kunstenaars, uitvinders of briljante geesten die ‘geniale ingevingen’ lijken te hebben. Maar neurowetenschap laat iets anders zien: creativiteit is geen mysterieus talent, maar een proces in je brein – en iedereen heeft het in zich. Ook binnen organisaties is creativiteit onmisbaar. Het zorgt voor innovatie, probleemoplossend vermogen en vernieuwing. De grote vraag is dus niet: “Wie is creatief?” maar: “Hoe kunnen we creativiteit activeren – bij onszelf én in onze teams?” In deze blog duiken we in het brein, én in de werkvloer. Hoe werkt creativiteit neurologisch? En wat kun je als organisatie doen om die creatieve vonk te laten overslaan.

We zijn van nature gewoontedieren. Ook in ons denken. We zoeken automatisch naar logische, voor de hand liggende oplossingen. Handig in de meeste situaties – maar funest als je écht iets nieuws wilt bedenken. Dat is waar lateraal denken in beeld komt. Een creatieve denktechniek die je helpt om vastgeroeste patronen te doorbreken en verrassende invalshoeken te vinden. Maar wat is lateraal denken precies? Hoe werkt het in ons brein? En hoe pas je het toe in een organisatie of team

Bij studio stapelgoed geloven we dat de beste sessies ontstaan wanneer deelnemers écht eigenaar zijn van wat er gebeurt. Wij ontwerpen sessies waarin mensen zelf keuzes maken, hun eigen route bepalen en actief bijdragen aan het proces. Waarom? Omdat autonomie zorgt voor betrokkenheid, creativiteit en duurzame impact. Als deelnemers zelf regie hebben, voelen ze zich verantwoordelijker en wordt de sessie veel meer dan alleen een moment—het wordt iets wat blijft hangen. Maar hoe zorg je ervoor dat je als begeleider niet onbewust de autonomie wegneemt?

Loop een willekeurige stad in en je ziet ze overal: van die grijze, saaie muren die niets vertellen. Bij studio stapelgoed hebben wij we voorliefde voor streetart en graffiti. Dat je op een straathoek opeens een gigantisch kleurrijk kunstwerk tegenkomt, een verborgen muurschildering die een verhaal vertelt of een klein aanplakbiljet dat je aan het denken zet. Streetart is veel meer dan verf op een muur. Wat streetart zo bijzonder maakt, is dat het je op een onverwachte manier kan raken. Het is kunst die niet in een museum hangt, maar onderdeel is van het dagelijkse leven. En dat maakt het zo toegankelijk en inspirerend.

Innovatie klinkt misschien als iets groots en ingewikkelds, maar vaak begint het juist met kleine veranderingen in de dagelijkse praktijk. Denk aan een nieuwe manier van samenwerken, een slimme oplossing voor een terugkerend probleem of een creatieve twist in je productaanbod. Het punt is: iedereen kan innoveren! Maar hoe zorg je ervoor dat je team zich vrij voelt om met nieuwe ideeën te komen? Hier zijn vijf praktische tips om innovatie in je team aan te wakkeren – inclusief inspirerende voorbeelden uit de praktijk.

Ken je dat gevoel dat je iets beter onthoudt als je er een plaatje bij hebt gezien? Dat is geen toeval. Dit fenomeen wordt het Picture Superiority Effect genoemd: beelden worden beter onthouden dan woorden. In ons brein worden visuele prikkels namelijk sneller verwerkt en sterker opgeslagen dan tekstuele informatie. En dát is precies waarom we bij studio stapelgoed zo’n grote liefde hebben voor visueel vormgegeven ontwerpen en graag werkvormen zoals associatiekaarten en tekenen inzetten.

Creativiteit voelt vaak als iets onbeperkte vrijheid om te maken wat je wilt, zonder regels of grenzen. Maar juist beperkingen kunnen een katalysator zijn voor de meest verrassende ideeën. Dit principe noemen we creative constraint: door jezelf beperkingen op te leggen, dwing je jezelf om anders te denken en nieuwe oplossingen te vinden. Wij hanteren dit dan ook regelmatig bij onze eigen sessies.

Bij studio stapelgoed geloven we dat aanwakkeren van de creativiteit van evident belang is om te komen te nieuwe ideeën. Daarvoor hoef je niet meteen een brainstorm van een dag(deel) te organiseren, maar kan de inzet van simpele werkvormen nét voor dat extra impuls zorgen.
In dit blog verzamelden wij onze favoriete werkvormen die je eenvoudig kunt inzetten. Werkvormen die weinig voorbereiding vragen en die je eigenlijk op ieder moment kunt gebruiken

Je hebt een sessie voorbereid, je hebt er zin in, je start vol energie en dan merk je het. De energie in de groep is laag, deelnemers doen niet echt mee, reageren lauw of haken zelfs af. Ai. Niet helemaal wat je voor ogen had. Wat nu? Geen paniek! Er zijn manieren om de energie terug te brengen en je deelnemers weer in de flow te krijgen. Maar eerst: hoe ziet afhaken er eigenlijk uit?