Energizers zijn korte en speelse activiteiten die je met deelnemers kunt doen om het ijs te breken en de energie hoog te houden. Een energizer is een oefening van een paar minuten, met als doel dat iedereen weer even wakker geschud wordt. Energizers kun je op een vast moment in je programma plannen. Maar nog beter is het om ze in te zetten als deelnemers aangeven wel een energieboost te kunnen gebruiken.
IK GA NAAR KANTOOR EN NEEM MEE
(fysiek/online)
1. Vraag een willekeurige deelnemer om de volgende zin af te maken “Ik ga naar kantoor en ik neem mee A ... ”
2. De volgende deelnemer herhaalt wat de vorige heeft gezegd en neemt iets mee wat begint met een B.
3. De derde neemt iets mee wat begint met een C, enzovoorts. Iedereen voegt dus om de beurt iets toe in de volgorde van het alfabet. En de lijst met voorwerpen moet in de juiste volgorde herhaald worden.
4. Als iemand iets vergeet of de voorwerpen in de verkeerde volgorde noemt, mag hij of zij niet meer meedoen.
5. Wie het laatst overblijft is de winnaar.
LETTERS HUSSELEN
(fysiek/online)
1. Bedenkt een lang woord wat past bij je bijeenkomst, bijvoorbeeld ‘creativiteit’ en vraag iedereen om dit op te schrijven.
2. Iedereen heeft 3 minuten om zoveel mogelijk woorden op te schrijven waarbij alleen de letters van het woord gebruikt mogen worden. Elk woord moet langer zijn dan 2 letters en je mag elke letter maar 1 keer gebruiken, behalve natuurlijk als de letter ook vaker voorkomt in het woord.
3. Na 3 minuten worden de punten geteld: een drieletterwoord telt voor drie punten, vierletterwoord voor vier punten etc. 4. De deelnemer met de meeste punten wint.
KLEURENBINGO
(fysiek/online)
1. Laat een deelnemer een kleur noemen.
2. In 2 minuten tijd moet iedereen een voorwerp van die kleur in de ruimte of thuis vinden.
3. Afhankelijk van de groepsgrootte kun je een aantal of alle deelnemers kort laten vertellen waarom dat object toepasselijk is bij het thema van de vergadering.
NIET KIJKEN
(fysiek)
1. Ga met alle deelnemers in een kring staan.
2. Tel samen af: "1, 2, 3..."
3. Nu moet iedere deelnemer iemand aankijken.
4. Wanneer twee deelnemers elkaar aan kijken, vallen ze af.
5. Ga door tot een winnaar is.
ZEG EENS ‘JA’
(fysiek/online)
1. Leg uit dat wie ‘ja’ of ‘nee’ zegt, heeft verloren. Het lijkt makkelijk maar het is niet zo eenvoudig om alle vragen te beantwoorden zonder de woorden ‘ja’ en ‘nee’ te gebruiken.
2. Deelnemer A blijft vragen stellen aan deelnemer B tot die een fout maakt en ‘ja’ of ‘nee zegt’ wordt er gewisseld naar de volgende deelnemer. Uiteindelijk blijft 1 deelnemer over.
VLIEGTUIGJE VOUWEN
(fysiek)
1. Zorg voor tafels om aan te werken en een stapel A4 papier per tafel.
2. Verdeel de deelnemers in teams van 2 tot 4 personen. Vraag iedereen om de dominante hand (dus waarmee ze schrijven) op te steken. Deze hand moeten ze op hun rug of in hun zak houden en mogen ze niet gebruiken!
3. Alle teams krijgen als uitdaging om samen in 5 minuten een vliegtuig te vouwen dat zo ver mogelijk vliegt.
4. Deelnemers hebben vaak de neiging om maar 1 vliegtuig te vouwen. Ook vergeten ze geregeld dat ze hun ontwerp kunnen testen. Als je dit ziet gebeuren, kun je ze aanmoedigen om verschillende oplossingen te bedenken en deze uit te proberen.
5. Wanneer de tijd om is, nodig je alle teams uit bij een zelfgemaakte startlijn. Laat ze na elkaar hun ontwerp lanceren. Dit mag weer wel met hun dominante hand. Het team met het vliegtuig dat het verste is gekomen, heeft gewonnen.
MICROBREAK
(fysiek/online)
De kleinste vorm van een onderbreking is de microbreak. Microbreaks zorgen ervoor dat je de spanning die je in je lichaam hebt, verplaatst of veranderd in enkele seconden. Hierbij kan je denken aan: je handen van het toetsenbord halen en in je schoot leggen. Je schouders naar achteren draaien. Je nek rustig zijwaarts rekken naar beide kanten. Wisselen van zitplek.
MAAK EEN VORM
(online)
1. Selecteer als spelleider voordat je begint ‘galeryview’ zodat je de beelden van iedereen in een rasterformaat kunt bekijken.
2. Roep een vorm (bijvoorbeeld: driehoek, hart, vierkant, de letter "A", boom, huis, ...)
3. Vraag de spelers om hun armen en handen omhoog/omlaag of naar links/rechts te bewegen om de vorm opnieuw te creëren in de galeriemodus die je bekijkt.
4. Als het team erin geslaagd is om de vorm te maken, vraag hen dan om deze vast te houden zodat je een screenshot kunt maken.
5. Deel de vorm met het team en laat nu een volgende speler een andere vorm te maken.
GA STAAN ALS JE
(fysiek/online)
1. Maak zinnen die steeds weer beginnen met 'ga staan als je...'.
2. De deelnemers gaan staan als wat er gezegd is op hen van toepassing is. Daarna mogen ze weer gaan zitten.
Een paar voorbeelden:
• Ga staan als je vanochtend bij het ontbijt yoghurt hebt gehad.
• Ga staan als je vandaag getekend hebt.
• Ga staan als je vandaag een creatief idee hebt gehad.
• Ga staan als je vandaag 10 minuten gewandeld hebt.
• Ga staan als je ….
HET GROTE REACTIESPEL
(online)
1. Maak kaartjes met de opdrachten die je kunt mailen of appen aan de individuele spelers. Zorg voor minimaal 1 kaartje per speler.
2. Verdeel de opdrachten over de deelnemers. Het is handig om één exemplaar extra te printen met alle opdrachten. Op deze manier kun je zelf volgen of de spelers de opdrachten goed uitvoeren.
3. Als spelleider begin je met het zeggen van start.
4. De spelers moeten vervolgens de opdrachten op hun kaartje uitvoeren.
Voorbeeld:
Als je op het scherm START ziet staan dan …
Ga je staan en roep je ‘Klaar voor de start’ dan ga je weer zitten.
Als iemand roept ‘Klaar voor de start’ dan …
Spring je overeind en roep je ‘Af!!’
Etc.