We delen graag onze favoriete top 10 aan kennismakers met jou:
STAPELKAARTEN
Beelden zeggen meer dan woorden en daarom geloven wij echt in de inzet van visualisaties tijdens sessies. Het laten opborrelen van ideeën en vernieuwende oplossingen kan namelijk best wel wat hulp gebruiken. Dit kun je doen door je deelnemers zelf te laten tekenen, of door gebruik te maken van bestaande visualisaties.
Vraag je deelnemers bijvoorbeeld om 1 tot 3 kaarten uit een
stapel
met afbeeldingen, symbolen of pictogrammen te kiezen. Laat de deelnemers zich voorstellen met hun voornaam is en vraag hen om te vertellen welke 1 tot 3 kaarten zij uitgekozen hebben en waarom. Je kunt het ook nog specifieker koppelen aan jullie project, ambitie of de rol van de deelnemers.
DIT BEN IK
Overhandig of mail alle deelnemers een eigen ‘Dit ben ik' LEGO sjabloon
op A5 of A4-formaat. Leg uit dat ze het blanco LEGO poppetje gaan personaliseren tot een selfie. Daag je deelnemers uit om het zo kenmerkend mogelijk te maken. Laat ze hierbij denken aan de vorm van hun gezicht, kapsel wenkbrauwen, kleur en vorm van de ogen, mond en eventuele accessoires zoals een bril etc. Als de deelnemers toegekomen zijn aan de outfit en extra's, vraag hen dan expliciet: wat maakt jou? Dit kan bepaalde kenmerkende kleding zijn maar ook iets wat de deelnemer vasthoudt, wat hem of haar symboliseert, zoals een tennisracket, een glas wijn of een stift. Geef je deelnemers 5 minuten de tijd om zichzelf te tekenen. Na die 5 minuten laat je de deelnemers plenair, in subgroepen of in tweetallen (evt. via break-out rooms) hun tekening toelichten en daarmee zichzelf voorstellen.
CHECK-IN
Wij zien vaak dat een voorstelrondje leidt tot lange verhalen waarbij deelnemers uitgebreid vertellen over hun historie binnen de organisatie. Door het stellen van een leuke check-in vraag en daar een tijdslimiet of een aantal te gebruiken zinnen aan te verbinden, kun je eindeloze verhalen voorkomen. In plaats van de standaard ‘hoe heet je - wat doe je voor werk - waar woon je’ vragen, stellen wij het liefst 3 andere vragen. Vragen die misschien niet voor de hand liggen, maar wel een mooi inzicht geven in wie deze persoon is. Met bij voorkeur ook een link naar het overleg. Voorbeeldvragen:
• Wat hoop je uit deze meeting te halen?
• Wat is jouw favoriete gezegde of oneliner?
• Wat weet niemand over jou?
• Als je een bijzondere uitvinding zou kunnen doen en alles kan, wat zou dat dan zijn?
• Wat is jouw favoriete ... ?
HAPPY PILLS
Laat je deelnemers een voorwerp meenemen of pakken waar ze blij van worden, wat een speciale betekenis heeft, of juist iets waar ze een ongelofelijke hekel aan hebben. Je kunt het voorwerp ook koppelen aan het thema van de vergadering. Vraag de deelnemers wie zich als eerste wil voorstellen en laat de volgorde verder aan de groep. Iedere deelnemer stelt zichzelf voor aan de hand van zijn/haar voornaam, wat hij/zij heeft meegenomen en waarom hij/zij hier blij van wordt. Maximaal een halve minuut per deelnemer.
ALLITEREN KUN JE LEREN
Bij een alliteratie zijn de begin-medeklinkers van de opeenvolgende woorden hetzelfde. Bijvoorbeeld: ‘Wie weet waar Willem woont?’. Verdeel de deelnemers in duo’s of trio’s. Geef hen de opdracht om voor hun team een zo lang mogelijke alliteratie te bedenken én het moet natuurlijk ook (een beetje) passen bij hun persoonlijkheden. De teams presenteren zich met hun alliteratie om de beurt aan de volledige groep.
VIJF LIJNEN
De deelnemers krijgen of pakken een papier en stift. Geef hen 2 minuten de tijd om met 5 lijnen een tekening te maken.
Vraag hen vervolgens om zich aan de hand van deze tekening voor te stellen.
IK GA OP REIS EN NEEM MEE …
Geef iedere deelnemer een A4 papier met daarop een (getekende) koffer. Vraag je deelnemers om in de koffer te schrijven wat ze meenemen naar het overleg. Wat weten ze, welke vaardigheden hebben ze, met welke expertise starten ze? Je kunt vervolgens iedere koffer apart bespreken of je hangt de platen op in de ruimte en vraag alle deelnemers om een rondje door de ruimte lopen waarna er vragen aan elkaar gesteld kunnen worden. Je kunt het ook een keertje omdraaien en deelnemers vragen ‘wat ze komen halen’ bij het overleg.
PLAYMOBIL
Zorg vooraf dat je voldoende
playmobil
of lego poppetjes meeneemt.
Vraag bij de start alle deelnemers om een poppetje uit de stapel of bak te kiezen. Nodig de deelnemers nu uit om in duo’s hun keuze toe te lichten. Vraag na afloop een aantal deelnemers naar hun ervaring.
HAPPERTJE
Iedere deelnemer krijgt een ‘
happertje’. Vraag hen deze uit te knippen en te vouwen. De instructie staat op het formulier. Je kunt er ook voor kiezen om samen te vouwen, zodat jij het kunt voordoen. Trek hier een paar minuten voor uit.
Maak tweetallen en deel deze instructie met je deelnemers: Deelnemer A noemt een cijfer van 1 t/m 10. Deelnemer B hapt zoveel keer als het gekozen cijfer. Deelnemer A kiest een plaatje. Deelnemer B opent het flapje en leest de vraag voor. Deelnemer A beantwoordt deze vraag. Wissel nu de rollen om en laat de ander ‘happen’.
1 BEELD
Vraag je deelnemers om vooraf 1 foto te sturen: een foto die symbool staat voor bijvoorbeeld hoe zij kijken naar hun rol tijdens een overleg. Tijdens de kennismaking vraag je aan de deelnemers om te raden van wie welke foto is. Enkele deelnemers kun je uitnodigen om hun foto toe te lichten.